Op het Herman van Veen Arts Center was van 11 tot en met 28 juli 2018 het muzikale zomeravontuur Robin & Robel te zien.

Het verhaal van Robin & Robel is geïnspireerd op de aloude mythe van Robin Hood, die steelt van de rijken
en geeft aan de armen. Een sprookje over ongelijkheid in verdeling, vormgegeven als een muziekspel in vier aktes door Herman van Veen en Doke Pauwels. De voorstelling werd gespeeld door: Mark Haayema, Dennis de Groot, Bert Simhoffer, Abke Bruins, Folkert Wesseling, Eline van den Broeke, Elmy Kremer, Aukje Pijper, Yitbarek Behane, Saron Tesfahuney, Chantal Inen.

Robin & Robel is een co-productie tussen Theater Gnaffel en Harlekijn Holland b.v. en maakte deel uit van het taalproject ‘De Zinspelen’, waarin werd samengewerkt met Stichting Lemat en BrugZit.

 

 

Spelers over Robin & Robel

Blog Chantal Inen – speler Robin & Robel

Op het Herman van Veen Arts Center op Landgoed De Paltz spelen we de laatste scene van theatervoorstelling Robin & Robel vanaf het balkon van het grote witte huis ‘De Villa’. Na een grote buiging voor het applaudisserend publiek ren ik naar binnen, de trap af, via de achterdeur naar buiten en ren ietwat voorzichtig over de kiezelstenen richting het gebouw waar de kleedkamer zich bevindt. Ik haast me want ik wil rappo klappo naar de foyer om mijn ouders gedag te zeggen, het voelt altijd speciaal als ze komen kijken en ik wil ze niet te lang laten wachten.

Eenmaal aangekomen in de kleedkamer schop ik mijn schoenen iets te lomp uit, gooi mijn oranje bloemen jurk over mijn hoofd en werp vluchtig een blik in de spiegel om te kijken hoe mijn haar zit. Hm..beetje rommelig, denk ik. Nadat ik mijn portemonnee uit mijn tas pak, loop/ren ik haastig over de kiezelstenen naar het gebouw waar mijn ouders zijn terwijl ik mijn haar fatsoeneer door mijn voorhoofd naar beneden te richten en met de vingers op mijn hoofd mijn krullen los te schudden. Plotseling rem ik af. Een groep kinderen komt als kluitje vrolijke stokstaartjes op me afgestormd.

Terwijl ik nog ren, rollen de kiezelstenen nog een stukje door onder mijn voeten waardoor ik mijn evenwicht lijk te verliezen en met mijn armen breed mij balans probeer te houden. Ik sta stil en ik glimlach. Ze springen en roepen: ‘handtekening”! “foto”!  “selfie”!. Vandaag was ik al vrolijk, en nu helemaal. Ik hurk, gebruik mijn knie als tafel en krijg van het eerste stokstaart meisje een stuk papier en een potlood waarop staat ‘Herman van Veen Arts Center’. Ik zet mijn handtekening en schrijf daarboven een compliment: ‘je hebt een mooie glimlach’. Waarom ik een compliment geef weet ik niet, het was een impuls, en na de eerste, schrijf ik natuurlijk een compliment voor hun allemaal. Mijn knie begint een beetje te protesteren maar het deert niet. Terwijl ik voor de anderen schrijf, praat ik met ze en maak ik op dat ze nog niet zo lang in Nederland zijn. Ze komen uit Eritrea, een land wat ik de afgelopen tijd iets beter heb mogen leren kennen omdat mijn medespelers Saron (Tesfahuney) en Yitbarek (Behane) daar zijn opgegroeid.

We praten verder en ben onder de indruk van hun taalvaardigheid. “Kom jij uit Nederland?”, vragen ze aan mij. “Ja”, zeg ik, “maar mijn moeder uit Suriname en mijn vader komt overal vandaan”. Ik wijs naar mijn ouders die inmiddels vanuit de foyer naar buiten zijn gelopen en bij de uitgang van een afstand breed lachend ons schouwspel aanschouwen. Terwijl ik de laatste handtekening zet moet ik denken aan mijn moeder die als kind van Suriname naar Nederland verhuisde, en aan mijn voorouders uit Nederlands-Indië, Duitsland, Portugal en India. Hoe moet dat zijn geweest? We maken nog wat selfies. De kinderen bedanken me en ik hen en ze trekken door, op zoek naar de handtekening van de volgende speler. Mijn ouders lopen naar me toe, geven mij een kus en een glas wijn en we proosten op een mooie avond.