Beschrijving
Rutger Kopland (pseudoniem van R.H. van den Hoofdakker, 1934–2012) was een van de meest geliefde dichters van Nederland. Zijn werk kenmerkt zich door een toegankelijke, contemplatieve stijl en een diep verlangen naar eenvoud, rust en het ongrijpbare van herinneringen en vergankelijkheid.
Kopland debuteerde in 1966 met de bundel Onder het vee, die meteen veel lof oogstte. Gedichten als Jonge sla en Mooi, calm, vaderland groeiden uit tot klassiekers. Zijn poëzie stelt vaak eenvoudige vragen die door hun eenvoud juist existentiële diepgang krijgen.
Naast dichter was Kopland ook psychiater en hoogleraar in de biologische psychiatrie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Deze combinatie van wetenschap en poëzie gaf zijn werk een unieke spanning: tussen ratio en gevoel, tussen afstand en verlangen naar nabijheid.
In zijn lange carrière verschenen veelgeprezen bundels als Het mechaniek van de ontroering (1995) en Toen ik dit zag(2008). Zijn werk werd bekroond met onder meer de P.C. Hooft-prijs (1988), de VSB Poëzieprijs en de Jan Campertprijs.
Tot zijn dood in 2012 bleef Kopland een dichter van het zoeken: naar betekenis, naar stilte, en naar woorden voor wat eigenlijk niet gezegd kan worden